Beschrijving: Parochie Blitterswijck in het NoordLimburgse dorpje Blitterswijck.
RK Parochie OLV Geboorte Blitterswijck (www.parochie-blitterswijck.nl).

HUMOR


Tip: Wilt u dit hele verhaal rustig kunnen lezen, 'save' het dan:
Bestand, Opslaan als. (File, Save as).

HULPVAARDIG
De dominee merkt vanaf zijn spreekgestoelte dat zijn zoontje propjes schiet naar de gelovigen. Hij kijkt hem hoofdschuddend aan, waarop zijn kleine spruit zegt: "Preek maar rustig verder papa, ik houd het volk wel wakker."

GELD
Een 50 eurobiljet en een 50 eurocentmunt komen elkaar tegen in de portemonee. Zegt het 50 eurocentmuntje: "Hé, lang niet gezien! Waar ben je geweest?" Het 50 eurobiljet antwoordt: "Eerst in het casino, toen op een cruise, daarna in een luxe modewinkel. Dat soort plekken. En jij?" Zegt het muntstuk: "Ach, je weet wel, steeds hetzelfde: kerk in, kerk uit, kerk in, kerk uit."

GELOGEN
De pastoor op de preekstoel: "Ik heb tijdens het huisbezoek vernomen, dat er over mij gekletst wordt. Er wordt beweerd dat ik géén huishoudster kan houden, en dat ik er de laatste jaren al zes 'versleten' heb. Dat is gelogen. Het waren er acht."...

ONS
Op een kaartavondje gebeurde het, dat Katrien op de deur klopte en met luide stemme riep: "Heer de kat heeft jongen gekregen." Hierop informeerde de kaartende parochieherder belangstellend: "Waar Katrien?" En deze, langharige gedienstige, die gewend was in meervoudsvorm te spreken, zei achteloos, zonder dat ze zich van kwaad bewust was: "In ons bed, mijnheer pastoor."

KENBAAR
De pastoor was op huisbezoek en hij bezichtigde op de boerderij met de boer de stallen. Daar kwam de huishoudster van de pastoor aangevlogen omdat er zojuist een parochiaan het tijdelijke voor het eeuwige leven had ingeruild. Hijgend bracht zij uit: "Is mijnheer pastoor ook hier?" De boerin antwoordde geheel onschuldig: "Ja, hij is bij de varkens. Met de Bonnet (hoofddeksel) op, dat is pastoor."

HOE LAAT
Stond een pastoor eens de normale preektijd (10 minuten tot maximaal een kwartier) ruimschoots te overschrijden. Ergens beneden onder de kansel zat de bejaarde kerkmeester voortdurend op zijn zakhorloge te kijken. De pastoor, die hier telkens door werd afgeleid, was het op 'n gegeven moment zat en riep midden onder zijn oratie: "Lewie, hoe laat is het nu precies?"

GROTE MOND
Zei iemand op straat tegen zijn vriend: "Kijk daar heb je die pater, die vanmorgen gepreekt heeft. Hij maakte zijn mond zó ver open, dat je nog kon zien, wat hij gisteren gegeten had.

LOSGEBROKEN
Een pater ging eens zó op in zijn preek, dat hij op een zeker ogenblik het uiteinde van zijn pij-koord over de kansel gooide. Zei een kleuter in de kerk zeer angstig tot zijn moeder: "Mam, laat ons gaan, want hij is los."

NOTEN
Een pastoor hield eens een predikatie over de jeugd, die altijd stond te vrijen onder de bomen nabij het kerkhof. "En als hij daar dan voorbijkwam, durfden ze ook vaak 'Oe hoe' tegen hem te roepen. Maar God zal ze 'oe hoe-en' doen ze net of ze noten zoeken daar onder de bomen. Maar 's zaterdags met biechten dam mag ik die noten ... kraken!"

GEWAS
Het gewas van een boer werd danig geteisterd door onkruid. Hij meende niet te kunnen wachten tot in de kruisprocessie gebeden zou worden voor vruchtbaarheid. Dies maakte hij een bord, waarop hij de tekst schreef: 'Heer red ons, wij vergaan'. De wandelende pastoor ontwaarde het bord, nam het mee naar huis en schreef aan de achterkant: 'wat zijt ge kleingelovig'. Toen bracht hij het terug naar de eigenaar.

Omhoog

BESTEMMING
Zo zat er nog eens een geestelijke in de autobus z'n brevier te doen. Hij werd daarbij echter gestoord door struise mannen, die sterke verhalen opdisten en daarbij de verhalen kruiden met vloeken, gelijk ketellappers dat pleegden te doen. En de pastoor werd het zat en zei: "Heren, als u zó door gaat komt u in de hel". Hierop zei één van hen: "Trek gauw aan de noodrem, want we zitten in de verkeerde bus. We hoeven helemaal niet naar de hel".

ERG
Een meisje biechtte eens en vroeg toen welhaast snikkend: "Is het niet erg, wat ik allemaal gedaan heb? Ik vind het verschrikkelijk". De priester werd kennelijk bevangen door medelijden en zei onnadenkend: "Och het viel mee. Die vóór je was, had veel meer gedaan".

DEZELFDE
De priester deed het schuifje van de biechtstoel open, zei het inleidend gebed en wachtte een tijdje. Toen zei hij tegen de biechteling: "U zegt helemaal niets". "U ook niet", was het antwoord, waarop de geestelijke kwaad het schuifje dicht deed. Toen hij aan de andere kant had biechtgehoord, wende hij zich weer aan de ene zijde, deed het schuifje open, sprak het gebed en wachtte. Weer niks. Hij keek en zei toen verbaasd: "U bent dezelfde van daarnet". "U ook," zei de biechteling.

VAN SJENG
In de Maastrichtse Servaaskerk ging de ophaler van het plaatsengeld ijverig rond. Zo kwam hij bij een dame, die haar tas van de bank griste om geld te pakken. Er viel iets uit de tas: een bovengebit. "Is dat van u, mevrouw?", zo vroeg de verbaasde collectant. "Nee", aldus de dame, "dat is van mijn broer Sjeng". Ik neem het altijd mee, want anders vreet hij me thuis het soepvlees op".

NIET SCHAMEN
En de pastoor beëindigde zijn preek als volgt: "Dierbare Gelovigen, geef zovéél dat ge u niet behoeft te schamen voor God als het op den telder terecht komt en niet voor de mensen als het erlangs valt".

GRIJPEN
De pastoor en de rabbi hadden samen een gesprek. "Hoe doen jullie dat met de collecte? Doe je ook wat in je eigen zak of draag je alles af?" zo vroeg de rabbi aan de pastoor. "Nee", zei de pastoor. "Als collega's onder elkaar wil ik het je wel verklappen. Als de parochianen weg zijn na de diensten, dan trek ik met krijt een streep op de grond in de sacristie. Dan doe ik een blinddoek om en gooi vervolgens het geld op de grond. Het geld dat links ligt houd ik zelf; wat rechts terecht is gekomen is voor de parochie." "Ik heb een andere methode", zei de rabbi. Ik blinddoek mezelf óók en bid dan vurig tot God. Ik zeg tegen Hem: "Heer ik wil U alles geven. Ik gooi het geld in de lucht en wat U hebben wilt grijpt U maar. Wat U dan laat vallen neem ik wel."

ASSISTEREN
Zei de kapelaan tegen de bisschop, toen deze informeerde hoe het ging: "Monseigneur, hier in de parochie gebeurt geen enkele doodzonde". En de geestelijke, die van een parochie was overgeplaatst om les te geven aan het seminarie mopperde: Het dak valt me daar op het hoofd. Ik ben blij, dat ik voor de feestdagen mag assisteren in een parochie. Ik kan dan ook biechthoren en dan hoor ik tenminste weer eens een fatsoenlijke zonde".

Omhoog

TE KLEIN
Een pastoor had ´n kerk gebouwd, maar er was enige kritiek op de breedte van de gangen. Op zekere keer was, kort voor een dienst, een parochiaan zijn hart aan het luchten: "We hebben een prima kerk, maar de gangen zijn te klein", zo zei hij luid-op. De pastoor die in de sacristie was, hoorde dit, stak zijn hoofd om de deur en riep: "De gangen zijn niet te klein, maar jouw mond is te groot!"....

LETTER VERSCHIL
Als drukwerk kerkelijk moest worden goedgekeurd kreeg ´t zogenaamd opgedrukt het "Nihil-obstat" (Geen bezwaar). Priesters, die dingen soms wat onbenullig vonden zeiden wel eens "Nihil op stat", oftewel: "Er staat niks op".

ANDERSOM
Twee seminarie-studenten gingen eens samen zwemmen. Na afloop kleedden zij zich weer aan. "Je hebt je hemd verkeerd om aan", sprak de een. "Hoe weet je dat zo?" vroeg de ander. Het antwoord: "Wel, stront moet achter zitten".

UW ZORG
In de autobus zaten een jongetje en een pater tegenover elkaar. Het ventje had een groot krentenbrood op schoot en peuterde daar de krenten uit die hij verorberde. De pater maakte daar een opmerking over. Het jongetje zei tot verbazing van de geestelijke: Punt één "Ik ben niet katholiek. In de tweede plaats: mijn moeder wil een effen brood hebben, maar dat was er niet meer. Ten derde: u heeft er niets mee te maken".

BETER WETEN
De priester kwam aan het sterfbed van een oude man. De dokter was er ook en stelde de dood vast. De man riep echter: "Nee, dokter ik ben nog niet dood". Toen zei de vrouw: "Hou je mond. De dokter zal het toch wel beter weten".

LACHEN
De pastoor werd bediend door de deken, terwijl het hevig regende. Toen de deken gereed was, zei de pastoor, dat hij moest lachen. Toen de deken om opheldering vroeg, kreeg hij te horen: "Ik lig straks lekker droog als jullie mij door die regen naar het kerkhof moeten dragen".

UIT VOORZORG
Op de dag nadat er prijsverhogingen van de huisbrandolie waren aangekondigd kreeg de brandstoffenhandel in Asten een telefoontje van een van zijn vaste klanten, een klooster. "Hoeveel hoger wordt de olieprijs?", informeerde zuster-econoom. ´Zit u op uw stoel zuster?´, vroeg de oliehandelaar voorzichtig. Gaf de zuster hem ten antwoord: ´Nee, ik lig geknield´.

LUGUBER?
Na afloop van de crematie vroeg de begrafenisondememer: 'Mevrouw, hoe wilt u de as meenemen? In een stenen kruik of in een glazen vaas?' 'Och', antwoordde de jonge weduwe. 'doe maar in een glazen vaas. Hij zat zo graag door de ramen te kijken'.

Omhoog

In de abdij is broeder Frans zwaar ziek. De dokter onderzoekt hem grondig en zegt tegen vader abt: 'Het is gelukkig niets ernstigs, Binnen een week krijgen we hem wel weer op de knieën'.

JUIST
Vraagt de catecheseleraar aan de leerlingen van de brugklas: 'Wie weet hoelang Adam en Eva in het paradijs verbleven?' Tonnie, de beste van de klas, onmiddellijk: 'Tot de herfst, meneer?' 'Hoe kom je daar dan bij?', vraagt de Leraar verwonderd. Tonnie: 'Omdat appels pas in de herfst rijp zijn'.

PROTESTANTS?
Toen hij bij een van zijn ouderlingen te eten was, liet een dominee, die wijd en zijd als geheelonthouder bekend stond, zich overhalen om een glaasje kersen op brandewijn te nemen. Nadat hij er nog twee met veel genoegen tot zich had genomen, deed zijn gastheer hem een voorstel, Hij zou een paar flessen naar de pastorie laten brengen op voorwaarde dat de dominee de gift in het kerkblad zou verantwoorden, Aldus werd afgesproken. In het volgende kerkblad stond: 'Uw predikant bevestigt met hartelijke dank de ontvangst van de heerlijke kersen die op zo geestrijke wijze werden aangeboden'.

'Als je weer eens zo opschept, dan kuch ik en dan moet je ophouden!', zegt de vrouw van een timmerman tegen haar man. Later in een gezelschap vertelt de timmerman: "Wij zijn in Duitsland een kerk aan het bouwen van veertig meter breed en ... Waarop de vrouw hevig kucht. De timmerman vervolgt: "en drie meter lang". Een toehoorder zegt: "Dat is geen lange kerk." Waarop de timmerman antwoordt: "Als mijn vrouw niet gekucht had, was hij beslist langer geweest!"

Een bedelaar zei dat hij honger had en kreeg van een medelijdende pastoor een rijksdaalder. 'Niet naar de kroeg brengen, hoor', zei de gever. De bedelaar pakte de munt aan en mompelde: 'Vertel ik jou soms wat jij met je geld moet doen?'

WAARGEBEURD
Toen de goede paus Johannes XXIII eens door een grote menigte omstuwd werd, die hardhandig door agenten werd teruggedrongen, schijnt hij hen gevraagd te hebben: 'Waarom doet u dat?' Zij antwoordden: 'Voor de veiligheid, Heilige Vader'. 'Veiligheid? Ik zal die mensen heus niets doen', zei de paus,

ADVIES
In Boedapest gaat een man naar zijn rabbi en klaagt: 'Het leven is ondraaglijk. We wonen met ons negenen op één kamer, Wat kan ik doen?' Zegt de rabbi: 'Neem uw geit mee op de kamer', De man kijkt verbijsterd, maar de rabbi houdt vol: 'Doe wat u gezegd is en kom over een week terug'. Een week later komt de man terug, asgrauw. 'We kunnen het niet meer uithouden. Dat smerige beest!' De rabbi geeft als advies: 'Ga naar huis en doe de geit weer naar buiten. En kom over een week terug'. Stralend komt de man een week later bij de rabbi: 'Het leven is heerlijk rabbi. We genieten elke minuut, Geen geit, alleen wij met z'n negenen'.

LAATSTE WILSBESCHIKKING
Een bejaarde rijkaard dicteerde op zijn sterfbed zijn testament, Hij liet vastleggen dat de Wiener Philharmoniker op zijn begrafenis moesten spelen. 'Uitstekend, meneer, dat wordt geregeld' zei de notaris. 'En welk stuk wilt u horen?'

Omhoog

Een jonge dominee las zijn vrouw de les omdat zij een nieuwe jurk had gekocht, terwijl ze had beloofd dat ze dat niet zou doen. 'Het moet de duivel geweest zijn', zei ze zachtjes. 'Hij heeft mij verleid'. 'Je weet toch dat je dan moet zeggen: "Ga weg van mij, Satan"?', zei de verontwaardigde dominee. 'Dat heb ik ook gezegd', zei ze timide. 'Maar toen fluisterde hij over mijn schouder: "Van achteren staat hij je ook zo goed!"'

Toen het vaticaan de heilige Christoffel van de heiligenkalender had geschrapt, moet de Amerikaanse humorist Bob Hope eens gezegd hebben: 'U kunt beter toch maar voorzichtig rijden: Petrus is er nog steeds'.

Anne vraagt aan haar moeder: 'Mam, is het waar dat dode mensen in stof veranderen?' Moeder antwoordt: 'Jazeker meiske'. Zegt Anne: 'Nou dan liggen er heel wat dode mensen onder mijn bed!'

Een bejaarde rijkaard dicteerde op zijn sterfbed zijn testament. Hij liet vastleggen dat de Wiener Philharmoniker op zijn begrafenis moesten spelen. 'Uitstekend, meneer, dat wordt geregeld' zei de notaris. 'En welk stuk wilt u horen?'

Vraagt de katecheseleraar aan de leerlingen van de brugklas: 'Wie weet hoelang Adam en Eva in het paradijs verbleven?'Tonnie, de beste van de klas onmiddelijk: 'Tot de herfst, meneer?' 'Hoe kom je dan daarbij?' vraagt de leeraar verwonderd. Tonnie: 'Omdat de appels pas in de herfst rijp zijn.'

Twee schoolvrienden waren elkaar kwijtgeraakt en na zeer lange tijd ontmoeten ze elkaar weer. De een is professor geworden en de ander ingenieur. Op een gegeven moment zegt de professor: "Ik heb het hele universum doorvorst en ik heb nergens God kunnen vinden." Waarop de ingenieur antwoordt: "Dat kan kloppen. lk heb laatst mijn horloge helemaal uit elkaar gehaald en ik heb nergens de horlogemaker kunnen vinden.

Bram komt thuis van de zondagsschool en laat vol trots een mooie prent zien die hij van de dominee heeft gekregen. 'Weet jij wat er op staat, mam?' 'Nee, laat eens kijken'. 'Kijk, Jezus kwam op aarde goed en rein', leest kleine Bram haar voor. Vraagt zijn moeder: 'Ja, maar weet jij wel wat dat betekent?' Na enig nadenken antwoordt Bram: 'Jawel hoor, Jezus kwam op aarde met de goederentrein!'

Een gemeentelid dat wel een glaasje lustte kwam het café uit en botste bijna tegen de pastoor op. 'Dag John,' begroette de geestelijke hem. 'Je weet dat de drank je grootste vijand is.' 'Ja,' antwoordde de man, 'maar u zegt altijd dat we onze vijanden lief moeten hebben.' 'Dat is ook zo,' antwoordde de pastoor, 'maar ik heb nooit gezegd dat je ze naar binnen moest werken.'

Omhoog

'Wat zijn heidenen?' Antwoord van een dertienjarige: 'Heidenen zijn mensen, die in de bossen hun geestelijke behoefte doen.'

'Volgende zondag gaat de preek over leugenaars', zei de pastoor. 'Ik zou graag hebben dat iedereen het zeventiende hoofdstuk van Marcus op voorhand leest', zei de pastoor.
De volgende zondag begon hij de preek als volgt: 'Wie het zeventiende hoofdstuk van Marcus gelezen hebben, die steken de hand op.'
Bijna alle handen gingen de lucht in. Waarop de priester zei:'Over jullie wou ik het juist hebben: er is geen zeventiende hoofdstuk van Marcus...'

In de kerk gaat een GSM af onder de preek. De pastoor roept de bezitter van de telefoon na de mis bij zich en vraagt of hij in het vervolg de GSM wil uitschakelen in de kerk.
De verontwaardigde gelovige antwoordt: ik kom naar de kerk om met God te praten. Nu wil Hij een keer met mij praten en nu mag dat niet.

Pastoor
In de drank en in de bijbel heb ik iets moois ontdekt
als ik nu Lazarus zou wezen werd ik ook opgewekt'

'Bukken', zei de pastoor tegen de klokkenluider.
Maar deze was net te laat.

'Ik moet er van leven', zei de pastoor en hij betrad de preekstoel.

'Het geloof van mijn parochianen laat te wensen over', zei de pastoor en hij keek in de collecteschaal.

Pastoor tijdens de godsdienstles: 'Sjefke, je huiswerk was deze keer niet zo best. Ik zal er met je vader over praten.' 'Graag mijnheer pastoor', antwoordt Sjefke, 'Misschien doet hij dan volgende keer beter zijn best.'

'Ik heb vandaag zeven mensen gelukkig gemaakt', zei de rabbijn tegen de pastoor. 'Ik heb vandaag drie bruidsparen in de echt verbonden.' 'Maar dat zijn toch maar zes mensen', antwoordde de pastoor. Verbaasd keek de rabbijn hem aan en vroeg: 'Denkt u nu werkelijk dat ik het voor niets heb gedaan?'

De pastoor uit een gemeente in Kempen, sprak op zekere dag tot een jonge man van zijn parochie: 'Wel, Karel, ik moet je eens onder handen nemen. Ik heb vernomen dat je valse hoop verwekt in de harten van menig jong meisje. Men signaleert mij dat je niet alleen omgaat met een meisje uit onze gemeente, maar ook met een van Eersel, Bladel, Reusel en zelfs van Aalst. Hoe is dat in Gods naam mogelijk?' Waarop Karel: 'Wel, ziet u, Eerwaarde, ik heb een bromfiets...'

Omhoog

Een pastoor houdt een stichtelijke preek over zin, doel en vreugden van de huwelijkse staat. 'Dat heeft hij mooi gezegd', zegt een man tegen zijn vriend, als ze samen de kerk uitkomen. 'Heel mooi', antwoordt de ander. 'Ik wou dat ik er net zo weinig van af wist als hij.'

Het nieuwe jaar staat voor de deur', zegt de huishoudster tot de pastoor. De pastoor die naar de televisie zit te kijken, zegt verstrooid: 'Laat hem maar binnenkomen.'

Het is lang droog geweest. In het dorp heeft de pastoor aangekondigd dat de komende zondag voor regen gebeden zal worden. Als iedereen in de kerk zit, zegt de pastoor: 'Het bidden voor regen gaat vandaag niet door. Jullie geloven er zelf niet in, want niemand heeft een paraplu meegebracht.'

Eerst schiep God Adam. God bekeek hem aandachtig en zei toen: 'Dat moet beter kunnen'. En toen schiep Hij Eva.

Hoe werd Adam in het aardse paradijs gestraft voor zijn zonden?', vraagt de pastoor in de godsdienstles. Pietje steekt ijverig zijn vinger op en zegt: 'Hij moest met Eva trouwen.'

De oude pastoor uit het kleine dorpje is voor de eerste maal van zijn leven op vakantie. In Amerika nog wel! Hij wordt in New York door een gids rondgeleid. Op een gegeven moment vraagt de pastoor: 'Wat is dat voor een groot gebouw?' 'Dat is een wolkenkrabber', antwoordt de gids behulpzaam. 'Ach', zegt de pastoor, 'wat zou ik die graag eens aan het werk willen zien!'

Aan de kerkdeur te Bologna hing dit briefje: 'Treed binnen, God heeft altijd tijd voor u.' Daaronder kon men het volgende bericht lezen: 'Spreekuren van de pastoor: maandag woensdag en vrijdag van 18.00 tot 19.00 uur.'

Een pastoor kijkt in de krant en ziet zijn eigen overlijdensbericht staan. Geheel buiten zichzelf telefoneert hij naar de bisschop om hem gerust te stellen. De bisschop antwoordt kalm: 'Ja, natuurlijk heb ik de krant gelezen. Maar even tussen haakjes: vanwaar bel je nu eigenlijk?'

'pol, hoe komt het toch dat ik je bijna nooit in de kerk zie?', vroeg de pastoor aan de boswachter. 'Je zou toch niet willen dat ik jou parochianen allemaal de kerk uitjaag, meneer pastoor', repliceerde de Pol. 'Dat begrijp ik niet', zei de pastoor, 'vooruit, leg dat eens uit.' 'Eenvoudig', zei de Pol. 'Indien ik naar de kerk zou komen, dan zouden onderwijl meer dan de helft van jou parochianen in het bos gaan stropen!'

Omhoog

Antje Simons kan tijdens de preek van de nieuwe pastoor haar tranen niet in bedwang houden. Naast haar zit een mevrouw met een stalen gezicht. Na de mis vraagt Antje aan haar buurvrouw: 'Heeft de preek u ook zo getroffen?' 'Nee', zegt haar buurvrouw, 'ik ben niet van deze parochie!'

Waarom bidden wij voor het eten?', vraagt de pastoor in de derde klas van de lagere school. Jantje steekt zijn vinger op en zegt: 'Omdat de soep altijd veel te heet is, mijnheer pastoor!'

Mevrouw Dekkers komt al enkele weken alleen naar de kerk op zondagmorgen. De pastoor heeft dat gemerkt en is nieuwsgierig naar de reden. En Wanneer hij ziet dat mijnheer Dekkers na vier weken zijn gade toch weer vergezelt, loopt hij na afloop van de mis even naar hem toe. 'Mijnheer Dekkers, ik ben blij dat u weer bent meegekomen met uw goede lieve vrouw.' 'Tja, ik moest kiezen tussen haar preek en de uwe...'

Boer Teunis woont aan de rand van een dorpje in Drenthe. Hij is altijd ijverig bezig. Op een dag komt'ie op het idee om het kleine veldje naast zijn huisje, dat altijd bezaaid is met stenen en stobben, om te spitten en te proberen er een moestuintje van te maken. Wekenlang is hij in de weer met spitten, bemesten enzovoorts. Op een dag is hij bezig met wieden, want het resultaat van zijn zwoegen is beloond: Het wil wel groeien op zijn stukje grond. Op een gegeven moment komt de pastoor langsgewandeld en zegt: 'Wel Teunis, je hebt er met Gods hulp een prachtig stukje land van gemaakt.' 'Ja, meneer pastoor, maar u had het eens moeten zien toen God het nog alleen deed!'

'Dierbare broeders', zegt de pastoor, 'Ik heb een beroep gedaan op uw vrijgevigheid toen ik u vertelde dat het dak van de kerk lekt en blij u te kunnen meedelen dat ik, door uw milde gift, vier emmers heb kunnen kopen om het water op te vangen wanneer het begint te regenen.'

Door de storm was de haan van de kerktoren gewaaid en de koster maakte aanstalten om hem weer naar de torenspits te brengen. 'Laat de haan maar in de pastorie liggen, koster', zei de pastoor. 'Maar meneer pastoor, waarom dan?' 'Er komt toch geen kip in de kerk zuchtte de pastoor.

'Waar vind je de meest geëmancipeerde nonnen?' 'In het ziekenhuis... want die zetten 's avonds altijd de bloemetjes buiten.'

Omhoog

'Hoe voel je je vandaag?', vroeg de dorpspastoor aan de oude Gerrit, die in een gemakkelijke stoel van de zon zat te genieten. 'Dat gaat' antwoordde Gerrit, 'maar ik word geplaagd door reuma in mijn linkervoet.' 'Ja, maar toch mogen we niet klagen, Gerrit', zei de pastoor, 't komt door de ouderdom.' 'Ouderdom? Ouderdom heeft daar niks mee te maken, meneer pastoor. Mijn rechtervoet is even oud als mijn linker en daar mankeert niks aan.'

De pastoor had niets te zeggen op de pastorie; Marie, de meid was er de baas ! Je kunt denken hoe blij meneer pastoor was toen hij op retraite mocht... een goede retraite, waarin de predikant het had over bazige pastoorsmeiden. De pastoor moest tonen dat hij de baas was! Thuisgekomen vroeg Marie: 'Wel meneer pastoor' hoe was het ?' 'Uitstekend,' zei de pastoor, 'de predikant zei dat de pastoor baas is in de pastorie, dus van nu af aan ben ik...' ''t is de laatste keer geweest dat je op retraite ging!', zei Marie.

Kees komt Henk tegen op straat. Henk ziet er een beetje verward uit. Hij vraagt: 'Hoe groot is een zwarte kat?' Kees houdt zijn handen zo'n halve meter van elkaar. Een grote zwarte kat.' Kees spreidt zijn handen wat verder. 'Nee! Een grote zwarte kat.' Ten einde raad spreidt Kees zijn handen zover ie kan. 'Allemachtig, dan heb ik een pastoor overreden!

In Venetië komt een arme man aangifte doen van het overlijden van zijn vrouw. 'Wat verkiest u', vraagt de pastoor, 'eerste, tweede of derde klas?' 'Ik ben arm, eerwaarde'. zegt de man. 'Derde klas dus', zucht de pastoor. 'En wat houdt dat in. eerwaarde?' 'Doodskist en priester in de gondel, en de rouwstoet zwemt erachteraan.'

Henk: 'Jullie pastoor eet verschrikkelijk veel! Kees: 'Ach, dat doet hij alleen maar uit bescheidenheid; dan ziet niemand hoe streng hij vast.'

Mijnheer pastoor had in de zondagsmis zo mooi gepreekt. Het thema had hij genomen uit de brief aan de Kolossenzen. Het was aandachtig stil geweest onder de preek. Na de mis werd er gebeld aan de pastorie: meneer Dirks stond op de stoep. 'Kan ik mijnheer pastoor even spreken?' 'Ogenblikkie.' Even later staat de pastoor aan de deur en vraagt wat er aan de hand is. 'U had het daarstraks onder de preek over die brief van de Kolossenzen?' 'Inderdaad, Dirks.' 'Zou ik alstublieft die postzegel mogen hebben, mijnheer pastoor?.'

'Luister, Kees', zei de pastoor tegen de koster, 'we zullen vandaag vóór de preek met de schaal rondgaan.' 'Waarom?' 'Ik ga vandaag preken over de spaarzaamheid.'

Omhoog

Een pastoor besloot eens na te gaan of zijn kerkgangers wel naar de gezangen luisterden. Op een zondag liet hij het zangkoor halverwege een lied ophouden met zingen; hij hoorde een vrouwenstem achteraan in de kerk zeggen: 'Ik laat ze liever gewoon bruinen in de margarine.'

Tuur ligt op sterven. De familie staat om hem heen. De stervende prevelt nog zijn laatste woorden: 'Luister vrouwke, Pol moet me nog 2000 frank geven en ook de pastoor is me nog 5000 frank schuldig.' 't Vrouwke snikt erbij en zegt: 'Hoe erg toch, zo met zijn volle verstand te moeten sterven!' Tussen haar snikken door hoort men Tuur nog fluisteren: 'Aan de Jan moet ik echter nog 10000 frank geven.' Nu pas barst het vrouwke in een echte huilbui los en roept: ''t Is het einde, want hij begint al te dolen!'

pastoor heeft de parabel van de verloren zoon verteld en vraagt daarna aan de kinderen: 'Er was er ook een, die niet blij was dat de verloren zoon was teruggekeerd. Wie was dat?' Keesje antwoordt: 'Het gemeste kalf.'

De pastoor tegen de misdienaars: 'Iemand van jullie heeft appels uit mijn tuin gepikt. Ik wil weten wie! En denk erom: God ziet alles!' Waarop Fritsje roept: 'Ja, maar Hij klikt niet!'

De misdienaars zijn dringend aan nieuwe toogjes toe en de huishoudster van meneer pastoor haast zich naar de naaimachinewinkel. Op een gegeven moment zegt de verkoper: 'En kijkt u eens naar deze machine, juffrouw. Dat is er een die zichzelf betaalt.' 'Dat is dan geweldig', antwoordt de huishoudster. 'Als het zover is, haal ik hem wel op.'

De pastoor komt thuis en vraagt aan de huishoudster: 'Is er nog iemand geweest?' 'ja' 'Wie?' 'Ik'. 'Dat bedoel ik niet. Is er iemand binnengekomen?' 'ja'. 'Wie?' 'U!'

De dorpspastoor is over een paar schaatsen gestruikeld die in de sacristie rondslingeren. 'Zeg op, van wie zijn ze?' vraagt hij aan de misdienaars. 'Uhh, waarschijnlijk van de ijsheiligen, mijnheer pastoor', antwoord Jantje beteuterd.

De pastoor spreekt de koster aan na de Hoogmis. "Wat vond u van mijn preek?" "Hi' was goed, maar hij had vijf minuten korter kunnen zijn," antwoordt de koster tactvol. "Maar," merkt de pastoor op, "Ik heb maar vijf minuten gepreekt!" "Dat weet ik," is het antwoord.

ADVERTENTIE
Huishoudster van een pastoor zoekt wegens sterfgeval een andere priester om te koken, te bakken en schoon te maken ...

Omhoog

Pietje zit met zijn vader ruimschoots op tijd in de kathedraal in afwachting van de priesterwijding. Plots ziet hij de bisschop samen met de hulpbisschop de kerk betreden. Pietje stoot zijn vader aan en fluistert: 'Papa, daar loopt een paarse coalitie!'

Sedert jaar en dag geeft de burgemeester iedere zondag vijf gulden aan de bedelaar die bij de kerk zit. Op zekere zondag, na de hoogmis, geeft de burgemeester een rijksdaalder. De bedelaar vraagt verbaasd naar de oorzaak van de halvering. De burgemeester antwoordt: 'Besparingen, beste vriend, mijn oudste zoon zit nu op de universiteit.' De bedelaar: ' Hoeveel kinderen heeft u?' De burgemeester: ' Vier, waarom?' De bedelaar: 'Niks, ik vraag me alleen af of die allemaal op mijn kosten gaan studeren.'

Vreemdeling (bij een bezoek aan een dorpskerk): 'Bijzondere bezienswaardigheden zijn er in deze kerk zeker niet aan te wijzen?' Koster: 'O, toch wel, ik zal u straks laten zien wat er zoal in het collectezakje gevonden wordt...'

Krelis heeft Bart al sinds maanden niet meer in de kerk gezien. Als hij hem op een gegeven dag op straat ontmoet, vraagt hij hem: 'Geloof je dan helemaal niet meer in Onze Lieve Heer en de Moeder Gods en de Engelen?' 'Jawel', zegt Bart, 'op het luchtpersoneel heb ik niets aan te merken, daarin geloof ik nog. Alleen met het grondpersoneel kan ik niet zo goed opschieten.'

Een reiziger vroeg op het platteland aan een boer hoe laat het was. 'Ogenblikje,' zei de boer. Hij knielde neer bij een koe in de wei en tilde heel voorzichtig haar uier op. 'Tien voor een,' zei hij. De reiziger was verbaasd. 'Hoe kunt u aan de uier van een koe zien hoe laat het is?' vroeg hij. 'Kijk zelf maar,' zei de boer. 'Als je hier neerknielt en de uier optilt, kun je precies de kerktoren in het dorp zien.'

Jan, Piet en Klaas zijn het dak van de kerk aan het repareren. Opeens valt Jan naar beneden. Piet roept: 'Je hoeft niet meer boven te komen. Het is bijna Pauze.' Waarop Klaas zegt: 'Dat ziet hij ook wel. Hij komt net langs de klok!'

Op de gevel van een muziekwinkel: 'Leef in harmonie, Laat uw piano stemmen.' Bord voor de kerk: 'De hemel weet wanneer u hier voor het laatst bent geweest.'

In een kerkdienst voor kinderen pakte een ervaren pastoraal werker een aantal figuren uit de stal, liet ze zien en vertelde erover. Toen hij aan de wijzen uit het oosten was toegekomen, vroeg hij Waar die vandaan kwamen. Een jongetje dat had geholpen bij het installeren van de stal wist het: 'Uit Hongkong, meneer.'

Omhoog

Twee kleine Romeinse jongetjes staan op het Sint-Pietersplein te kijken terwijl de deelnemers de ingang van het kerkgebouw binnengaan. Daar komen de prelaten aan. Een bisschop in een Rolls Royce, een andere in een Mercedes, weer een andere in een Cadillac. De ene kostbare auto na de andere. Wanneer de laatste kerkvorst de trappen van de Sint-Pieter beklommen heeft, zegt het ene jongetje tegen het andere: '...de baas in Jeruzalem was tevreden met een ezeltje...'

Bezoeker: 'Hoe komt het toch dat ze hier in zo een grote stad maar zo een klein kerkje hebben ? Dat gaat er bij mij niet in...!' Stadsbewoner.' Heel eenvoudig, meneer, heel eenvoudig: omdat indien alle mensen er in gingen dan gingen ze er niet allemaal in, maar omdat ze er niet allemaal ingaan, gaan ze er allemaal in!'

Tijdens het gebed in de kerk zegt een man tegen zijn buurman, die met enorme stemverheffing zit te bidden: 'Hoor eens, met geweld bereik je hier niets!'

Als je nog eens zo opschept, dan kuch ik en dan moet je ophouden! Zegt de vrouw van een timmerman tegen haar man. Later in een gezelschap vertelt de timmerman: 'Wij zijn in Duitsland een kerk aan het bouwen van veertig meter breed en ..., Waarop de vrouw hevig kucht. De timmerman vervolgt: 'en drie meter lang'. Een toehoorder zegt: 'Dat is geen lange kerk' Waarop de timmerman antwoordt: 'Als mijn vrouw niet gekucht had, was hij beslist langer geweest!

De godsdienstleraar wil de kinderen het verschil uitleggen tussen een visite en een visitatie, zoals die binnenkort door de bisschop aan de parochie zal worden afgelegd. De kinderen begrijpen er niets van. Dan komt kleine Guido de leraar te hulp: 'Mijn papa zegt het altijd zo: Als ik bij mijn chef op bezoek ga, is dat een visite, maar als de chef bij mij op bezoek komt, is dat een visitatie.'

'Wat zou jij doen?', zo vroeg de godsdienstleraar aan de klas, 'als jij helemaal alleen op de wereld was?. Antwoordt Nellie: 'Dan ging ik naar mijn tante in Amerika!'

De leraar godsdienst vertelde zijn leerlingen over de bruiloft van Kana. Daarna vroeg ie aan Pietje: 'Wat zullen de gasten gedacht hebben toen Jezus de kruiken water in wijn veranderde?' Zegt Pietje: 'Nou, ik denk dat ze dachten: die motten we de volgende keer maar weer uitnodigen..'

Op zijn eindexamen wordt een middelbare scholier ondervraagd in het vak godsdienst, Hij beantwoordt alle vragen foutloos, Desondanks wil zijn leraar hem een drie geven, 'Maar collega', zegt de assessor, 'deze jongeman weet alles, we kunnen hem onmogelijk een drie geven!' De examinator antwoordt: 'Ja, mijnheer de inspecteur, hij weet alles, maar hij gelooft het niet!'

 

Omhoog