Beschrijving: Parochie Blitterswijck in het NoordLimburgse dorpje Blitterswijck.
RK Parochie OLV Geboorte Blitterswijck (www.parochie-blitterswijck.nl).

GESCHIEDENIS KAPEL

Meer Geschiedenis

De Annakapel aan de Beeteweg te Blitterswijck. Gebouwd in 1833 in waterstaatsstijl. 
             Sindsdien meerdere malen gerestaureerd. Na de Tweede Wereldoorlog was de parochiekerk van het dorp verwoest, 
             en diende deze kapel als noodkerk. Er konden volgens de overlevering wel 125 mensen in. Waarschijnlijk als 
             haringen in een ton. Zoals de kapel in vroeger jaren erbij stond tussen de hoge lindebomen:

Zoals een oud boek verhaalt:
De kapel werd gesticht in 1510 en toegewijd aan de H. Anna en den H. Johannes den Dooper. Naar overlevering werd zij in 1635 door Kroatische soldaten verbrand. Zij werd in 1833 nieuw gebouwd onder pastoor Mathias Watrin. De deurklopper, waarschijnlijk van een woning afkomstig, draagt het jaartal 1817.
Bouwkunstig is de kapel zonder belang. Zij bezit: Een met een achterschot met zijpootjes samengebouwd houten altaar, waarvan het retabel met vier getorste Composiete zuiltjes, in 't midden een opgebogen fronton heeft; boven de zuiltjes vlamuren.
1. Een verplaatsbare Communiebank, bestaande uit een tafelblad op twee stijlen en een knieltrede.
2. Middenstuk van een communiebank met in het front, tussen overvloedshorens met korenaren en wingerdranken: een ovaal paneel met het H. Avondmaal: van het opschrift is slechts over: IOANNIS WYNHOVEN CÆLIBIS OCTOBRI.
Preekstoel op balusterpoot en met rondboogpaneeltjes, rugstuk met voluutkantstukken, zeszijdig klankbord. Twee H. Annatritsen: 1. Anna staande met in de linkerhand een tros druiven, draagt op den rechterarm Maria, die, zelf in zittende houding, het kindje Jezus op de schoot heeft: (± 1500) 2. Anna gezeten op een bank en naast haar Maria, met op de schoot het ongekleede kindje Jezus, dat een geopend boek vasthoudt. Maria, staande op den door de slang omgeven maansikkel. (± 1700)

O.L.Vr. Hemelvaart, gem P. Rog fec. 1642 en aan Pieter v. Roggen toegeschreven.
Doek 230 : 170. Copie in spiegelbeeld naar P. P. Rubens (Mus. te Düsseldorf). De beweening van het lijk van Christus door twee engelen. Doek 132 : 192. Het mystieke huwelijk van de H. Katharina, (± 1800), zwak.
Doek 97 : 84. O. L. Vr. van den berg Carmel, tronende, terwijl engelen zielen uit het vagevuur verlossen. Op spreukbanken staat: S. ROSA D D-REFUGIUM PECCATORUM ORA PRO NOBIS CONSOLATRIX AFFLICTORUM O.P.N. Doek, school en tijd niet te bepalen, zeer zwak, 90 : 160.
Vier gedreven drievoetkandelaars. Twee wandarmen met rozet.
Een houten missaal-lezenaartje (± 1700).
In de spits hangt een klokje van 30 middellijn en waarop in fractuurtypen staat: anno domini mcccclxxv.

Omhoog

 

MEER GESCHIEDENIS KAPEL

Ontstaan:
het was in de jaren tussen 1509 en 1514 dat de toenmalige Heer van Blitterswijck, Dirk van Blitterswijck en zijn vrouw Jutta van Appeltern een kapel stichtten aan de Westzijde van het dorp, toegewijd aan de H. Anna. Eveneens stichtten zij een eeuwigdurend beneticie * ter ere van de H. Anna, èn St. Jan de Doper ( ca.100 jaar later wordt St. Jan niet meer vermeld ). Heer Dirk en echtgenote Jutta schonken ter financiering van de nieuwe kapel een erfrente van 10 malder * rogge plus een perceel bouwland dat ook nog eens 3 malder opbracht. De toenmalige bisschop van Luik ( Erardus van der Marck ) gaf zijn goedkeuring.
Officianten/bedienaren:
deze werden, op grond van het collatierecht* benoemd door de landheer. De eerste officiant was een eerw. heer Johannes Claes. Het was niet zo, dat de plaatselijk pastoor steeds hiervoor werd aangewezen. In 1543 b.v. functioneert als zodanig een zekere heer Florys; van 1661 - 1669 kapelaan Jacobus Henskens; van 1669 - 1673 kapelaan Theod. Nobben en van 1673 - 1691 Petrus van Wijnhoven. Van 1736 - 1749 de plaatselijke pastoor Jan Baptist Roeffs en van 1749 - 1768 FransHendrik Herkenrath, kapelaan te Meerlo, en die werd weer opgevolgd door de Lottumse kapelaan Petrus Hendrix.
Inkomsten v.d. Stichting St. Annakapel
Uit een verificatie van ± 1750 blijkt, dat een achttal :Inwoners in totaal per jaar moesten betalen voor gepachte gronden of hypotheekrente voor verstrekte leningen ( in rogge ):7 malder, 3 vat* en 2 spint *. Twee inwoners hadden een verplichting in geld, t.w. elk 15 stuyver Brabants. Drie inwoners voldeden hun schuld in olie, t.w. elk 2 kannen per jaar. Ene Hendrik Wijnhoven had bovendien de verplichting, naast de organisatie van de kosterij, ook de kapel schoon te houden.
Subsidie en verplichtingen
Aan een hernieuwde inventarisatie ( tussen 1786 en 1792 )-officiant was toen de plaatselijke pastoor F.H. Knops - ontlenen we o.a. dat de bedienaar -van de gemeente Meerlo ontvangt: 2 gulden, 15 stuyver, 3½ duyt Hollans waarvoor deze echter in de St. Annakapel jaarlijks 2 H. Missen moet lezen ( een op de 2e maandag v.d. Advent en de andere op de 2e woensdag van de Vasten ).
Overige verplichtingen:
de officiant moest elke dinsdag ( 's zomers om 7 uur en 's winters om 8 uur v.m.) een H. Mis lezen in deze kapel. Hij moest ook, opkomen voor het in-en uitwendig onderhoud van het gebouw; kortom zorgen voor alles wat nodig was voor de diensten. En op St. Anna's feestdag ( 26 juli ) moest hij 2 paters die biechthoren en de plechtige -diensten doen, laten logeren en te eten en te drinken geven. Op de zondag onder het octaaf één pater, en mocht hij de collecte-opbrengst ( rond 1800 tamelijk mager ) zelf houden. Na 1809 kwam het benoemingsrecht van de officiant aan de plaatselijke pastoor: tot dusver voorbehouden aan de landheer die daarvoor willekeurig een geestelijke mocht aanwijzen/benoemen.
Brand/sloop/herbouw
Het was in het beruchte pestjaar 1635 dat de Croaten* ook in deze contreien huishielden: zij staken o.a. ook de eerste St. Annakapel in brand. In 1638 werd deze weer opgebouwd. Tweehonderd jaar later zo rond 1833, vond de toenmalige plaatselijke pastoor Mathias Watrin de kapel wat bouwvallig geworden. Ze werd afgebroken en er kwam een geheel nieuwe voor in de plaats, gebouwd volgens de Waterstaatstijl. Het is die kapel die er nu nog altijd staat.; de 3e dus!
Bedevaarten
De St. Annakapel blijkt in de 17e eeuw een bekend gebedshuis te zijn geweest. Behalve in woelige tijden werd deze volgens de overlevering veel bezocht door pelgrims, o.a. ook uit het Gelders Overkwartier, het Land van Cuyk e.d. Het schijnt er som heel druk te zijn geweest. Of het gezegde "schòjje as enne kreupele an de kapel" uit die tijden staat ?
Schenkingen
Mensen; ook niet-inwoners, bleven de kapel bedenken. In hoofdzaak ging het hierbij om beelden, geldbedragen, mis-intenties, H. Mis-stichtingen, misgewaden schilderyen, communiebank enz. De vroegere koren renten en stichtingen werden in de loop der jaren successievelijk uitgekocht of zij vervielen.
Na de Tweede Wereldoorlog
Op het einde van de Tweede Wereldoorlog (1945) Kwam de St. Annakapel er wat beter af dan de parochiekerk. Ze liep wel flinke schade op vooral aan het dak. Na enig provisorisch herstel ging zij fungeren als nood parochiekerk en wel tot Kerstmis 1951 toen de parochiekerk weer was opgebouwd.
Enkele herinneringen uit de noodkerk periode
Herstel van de gaten in het dak duurde lang, vandaar dat de door de regen doorweekte kartonnen plafondbekledingsplaten nogal eens vernieuwd moesten worden. Elke dag was er 's morgens een H. Mis en ook huwelijks- en begrafenissen werden er gehouden. Op zon- en feestdagen waren er zelfs 3 H. Missen + een Lof in de namiddag. Vooral op hoogtijdagen was het soms z6 druk, dat de kerkgangers niet allemaal binnen konden. Velen volgden dan de dienst buiten, onder de linden. Biechthoren had plaats in de sacristie; voor hoge feestdagen ook door een pater Franciscaan op 't oksaal. Kerstmis 1951 werd de uit de oorlogsas herrezen - en tot kruiskerk verbouwde parochiekerk in gebruik genomen. In processie werd het Allerheiligste overgebracht naar daar. De noodkerkperiode was achter de rug.
Kapelle-mis:
Zoals eerder al vermeld vervielen in de loop der jaren vele stichtingen, renten e.d. De dinsdagse mis ( in de volksmond vele jaren "kapelle-mis") bleef gehandhaafd, zij het dan wel eens op een andere dag en sedert een tiental jaren in de avonduren ( d.w.z. in de zomertijd; in de winter was er geen H. Mis i.v.m. het ontbreken van licht en verwarming ).
Pastoor P. Verheggen:
Er is heel zeker nog een aantal mensen die in deze periode in hun gedachten Pastoor Verheggen nog voor zich zien. Op zijn dagelijkse gang naar de kapel cq. noodkerk (met z'n wandelstok als steun) en naderhand, toen het lopen wat te vermoeiend werd, met zijn trouwe driewieler. Men ziet hem onderweg af en toe een praatje maken met deze of gene die hij op die weg tegenkwam. Dan weer eens vol zorg om dat lange uitblijven van de goedkeuring/ bouwvergunning voor de herbouw van zijn kerk; dan weer eens wat boos of bitter over 'n bepaalde situatie her of der, en een andere keer weer schaterend van het lachen cm 'n willekeurige grap ( actueel of ... uit zijn periode St. Odiliënberg waarover hij zo graag sprak).
Renovaties/aanpassingen:
O.a. in 1959 had een renovatie plaats en recent ( '98-'99-'2000 ) nog een heel belangrijke. De kapel werd nl. voorzien van elektrisch licht en verwek. Mede daardoor lijkt de mogelijkheid om nu en dan te fungeren als hulp-parochiekerk, zeker aanwezig. L'histoire se repète !
Auteur: P. Beterams Mei 2000

Verklaring der tekens *
beneficie: kerkelijk ambt met het recht op de stoffelijke voordelen daaraan verbonden ( vruchtgebruik. renten e.d.)
malder: oude korenmaat ( 1 á l½ hl.)
collatierecht: het recht om een pastoor of predikant te benoemen door de landheer.
vat: oude korenmaat ( 1/6 hl.)
spint: oud korenmaat (1/24 hl.)
Croaten: leden ruiterbenden v.d. Spaanse landvoogd Piccolomini (Z-Nederlanden) die tegen Frederik Hendrik kwamen strijden

 

Omhoog